Vandaag heeft de Kort Gedingrechter van de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in de zaak van moordenaar E. tegen een aantal rechtspersonen die de belangen van nabestaanden en slachtoffers van geweldsmisdrijven behartigen.
De moordenaar had geëist dat zijn naam (en verzoek aan Google tot verwijdering van berichten op internet over zijn zaak) zou worden verwijderd en had bovendien een verbod op publicatie in de toekomst gevorderd. De Kort Gedingrechter heeft die eis afgewezen.
Belangrijkste argumenten daarvoor waren:
- De doelstelling van de rechtspersonen is het vragen van aandacht voor het slachtoffer en daarmee ook het richten van schijnwerpers op dader als eiser.
- Niemand kan ontkennen, zo overweegt de Kort Gedingrechter, dat gedaagden een gerechtvaardigd belang hebben bij het aldus levend houden van hetgeen gebeurd is; het is in beginsel aan de nabestaanden om te kiezen hoe om te gaan met wat is gebeurd. Willen zij dit belang behartigen, dan is het “noodzakelijk” dat zij bij het publiek (een zo groot mogelijk publiek) bereiken; in de huidige tijd is dat (bij uitstek) door publicatie op internet.
- Het recht om als dader van een ernstig misdrijf juist te worden vergeten wordt zwaarwegender naarmate het gebeuren verder weg ligt in de tijd en die dader zijn “schuld” aan de maatschappij in het algemeen en de nabestaanden in het bijzonder verder heeft afgelost. De Kort Gedingrechter betrekt daarbij: